100 jaar gehandicaptenzorg
Middin helpt mensen met een verstandelijke beperking en mensen met niet aangeboren hersenletsel midden in het leven te staan. Op 18 mei 1923 werd in Den Haag de oudste voorloper van Middin opgericht, Schroeder van der Kolk. Voor het honderdjarig bestaan mochten wij een voorstelling maken over honderd jaar gehandicaptenzorg. Samen met de Raad van Bestuur namen we de aanwezige medewerkers mee op een reis door het verleden, het heden en de toekomst.
Het verleden
Als start van de voorstelling zien we hoe het vroeger in de zorg heel gewoon was om cliënten naakt op de gang te laten staan, klaar om gedoucht te worden. Cliënten werden gezien als aseksuele patiënten die daar toch allemaal geen last van hadden. Ook een aantal mensen in de zaal herkent dit nog van vroegere werkplekken. Gezamenlijk douchen, gedeelde kamers, geen privacy.
In een aangrijpende scène zien we vervolgens hoe een moeder haar zoon aflevert bij een instelling, waarna zij te horen krijgt dat het beter is dat zij de eerste zes weken niet op bezoek komt, zodat haar zoon kan wennen. Daarna is zij welkom op de bezoekdagen. Een heel verschil met hoe er nu nauw wordt samengewerkt in de driehoek (cliënt – verwant – medewerker).
Ook komen de verschillende termen langs die in de zorg door de jaren heen werden gebruikt. Van ‘achterlijk’ tot ‘zwakbegaafd’ tot ‘mensen met een verstandelijke beperking’. Duidelijk wordt hierdoor dat steeds meer de mens gezien wordt en niet alleen de beperking.
Als link van het verleden naar het heden zien we hoe de oude Nel, die ooit ook ‘aan de deur is afgegeven’ inmiddels aan het dementeren is. Gelukkig weet de begeleider nog steeds echt contact met haar te maken.
Het heden
Middin gebruikt het Kompas als leidraad. In een korte bewegingssequens nemen we de toeschouwers hier nog eens in mee. Vervolgens zien we hoe twee medewerkers proberen zoveel mogelijk met de handen op de rug te begeleiden.
“Tegenwoordig kijken we echt vanuit ontwikkeling. Met het kompas als leidraad. We zijn bijvoorbeeld nieuwsgierig naar onze cliënten, we luisteren, we kijken, we vragen door, zodat we erachter komen wat iemand echt kan en echt wil. We stimuleren ze om zoveel mogelijk zelf te doen, waar mogelijk. Met kleine stapjes, maar als je maar genoeg kleine stapjes zet, kom je uiteindelijk een heel eind hoor.”
Daarna zien we hoe het soms ook lastig kan zijn om vanuit de driehoek te werken. Zeker wanneer je als medewerker een ander beeld hebt van de cliënt dan de verwant.
De toekomst
Speciaal voor de toekomst hebben we ChatGPT een scène laten schrijven. Dat is immers de toekomst. Maar het beeld dat in de scène geschetst wordt is wel heel ouderwets. Met een grote instelling met allemaal kamers waar de cliënten wonen. En de dokter is natuurlijk een man. Oké, er staat een robot op elke kamer, maar echt los van de kaders en ervaringen vanuit het verleden en heden aan de toekomst denken valt nog niet mee. Hierna nemen we het publiek mee in een oefening om zo vrij mogelijk te bedenken hoe zij de zorg van de toekomst voor zich zien.